fbpx Clicky

Is de Exodus echt gebeurd?

Deze blogpost is geschreven ten behoeve van mijn cursus ‘De Bijbel in 2 jaar’. Wil je wellicht ook mee op reis door Gods Woord? Klik dan op deze link.

Het is misschien wel het meest epische verhaal uit de Bijbel: de uittocht van de Israëlieten uit Egypte.

Een farao die bang is voor het volk Israël, hen tot slaven maakt en zelfs opdracht geeft de pasgeboren jongetjes te laten vermoorden. De kleine Mozes ontsnapt omdat zijn moeder hem in een rieten mand laat afdrijven naar het zomerpaleis van de farao, waar zijn dochter de Hebreeuwse baby uit het water vist.

Een reconstructie van het zomerpaleis van de farao in de tijd van Mozes.

Op 40-jarige leeftijd kan diezelfde Mozes niet meer tegen al het onrecht. Hij doodt een Egyptenaar en vlucht de woestijn in. Nog eens veertig jaar later ontmoet hij God, die hem terugstuurt om Zijn volk te bevrijden uit de slavernij.

God laat het rampen regenen, totdat de farao toegeeft en Israël Egypte verlaat. Nog eens veertig jaar later nemen ze het land Kanaän in, het huidige Israël.

Als er ergens een plek in de Bijbel is dat God laat zien dat Hij machtig is, is het wel bij de gebeurtenissen rondom deze uittocht (Exodus).

Maar waarom wordt er dan door kundige historici en archeologen dan geen bewijs gevonden? In Exodus staat dat de Israëlieten werkten aan de stad Rameses, die in de 13e eeuw voor Christus is gebouwd.

Als de Exodus echt heeft plaatsgevonden, dan zou veertig jaar later de stad Jericho verwoest moeten zijn?

Bij het huidige Jericho zijn opgravingen verricht en er blijkt inderdaad een vroegere stad te liggen die verwoest is.

Luchtfoto van het oude Jericho.

Alleen… die verwoesting vond al rond de 15e eeuw voor Christus plaats. Dus ruim 200 jaar voordat de Israëlieten volgens de Bijbel in Kanaän trokken. Het verleidde historicus William Dever tot de opmerking: ‘Jozua verwoestte een stad die er niet was’.

Hoe kan dat?

De juiste plaats, de verkeerde tijd

Lang heb ik dit soort vragen genegeerd. Ik geloof. Punt.

Ik kan niet altijd verklaren waarom de Bijbel en archeologische vondsten elkaar niet bevestigen. Het is zo lang geleden. Is het überhaupt mogelijk om iets met veel zekerheid te zeggen over gebeurtenissen die duizenden jaren geleden plaatsvonden?

Toch knaagt het wel. We weten zoveel over bijvoorbeeld de Romeinse en Egyptische geschiedenis. Waarom dan niet over de historiciteit over de Bijbel?

Ik kwam daar niet uit. Tot ik het werk van Egyptoloog David Rohl ontdekte. Hij is een agnost. Dat wil zeggen dat hij niet zeker weet of God bestaat. Hij erkent God niet, maar sluit niet uit dat er wel een God is.

In zekere zin maakt dat hem betrouwbaarder. Het is niet zijn doel om de Bijbel te bewijzen en evenmin om de Bijbel te bekrachtigen. Hij kijkt naar wat hij ziet en interpreteert dat.

Hij ziet grove fouten in de tijdrekening die de meeste geschiedkundigen aanhangen. Die discussie laat ik nu voor wat het is.

Rohl en zijn medestanders geloven dat de uittocht uit Egypte wel degelijk heeft plaatsgevonden. ‘Wat als we al die tijd op de juiste plaats hebben gekeken, maar in de verkeerde tijd?’, vroeg hij zichzelf af.

Wetenschappers kijken naar wanneer Jozua in Jericho zou moeten zijn aangekomen. Dat was ongeveer 1200/1250 voor Christus. Toen waren er echter alleen ruïnes. Jozua kan deze stad dus niet hebben verwoest. Zoals gezegd, dat gebeurde dus tweehonderd jaar eerder.

‘Wat als we beginnen bij de stad die werd verwoest en van daaruit gaan rekenen?’, zegt Rohl.

Hij kwam tot opzienbarende ontdekkingen, die hij deelde met de Amerikaanse filmmaker Tim Mahoney. Het resultaat is de film ‘Patterns of Evidence: Exodus’.

De film zette me op het spoor van Rohl en anderen die historische bewijzen voor de uittocht zien. Eigenlijk beschrijft de Bijbel zes stadia:

  1. Aankomst van Jozef, Jakob en de rest van de familie Israël;
  2. Vermenigvuldiging van het volk;
  3. Slavernij;
  4. Plagen;
  5. Vertrek;
  6. Verovering van Kanaän;

Wat zijn de aanwijzingen dat de Bijbel gelijk heeft over deze zes fasen? Laten we eerst eens uitgebreid kijken naar waar de meeste gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.

Waar is Gosen?

Toen zei de farao tegen Jozef: ‘Nu uw vader en uw broers naar u toe zijn gekomen, kunnen ze in Egypte blijven. Laat hen in het beste deel van het land wonen, laten ze zich in Gosen vestigen.’ (…) Jozef gaf zijn vader en zijn broers een stuk grond in het beste deel van Egypte, in Rameses, zodat ze zich daar konden vestigen, zoals de farao had gezegd. (Genesis 47:5-6, 11)

De Israëlieten verbleven ruim vierhonderd jaar in gebied dat de Bijbel Gosen noemt en in het Egyptisch Gesem wordt genoemd. Dit district lag in de buurt van de stad Pi-Rameses:

Locatie Pi-Rameses in Egypte

We weten waar Pi-Rameses lag (zie kaartje hierboven). Het interessante is dat deze stad er helemaal niet was in de tijd van Jozef! Hoe kan de Bijbel dan toch deze plaats noemen?

Het antwoord is dat Genesis is opgeschreven in de jaren na de Exodus en daarna telkens opnieuw werd overgeschreven op dierenvellen, want de Israëlieten hadden immers geen papyrus (dat langer goed blijft).

Bij het doorgeven van de tekst is de naam van het gebied bijgewerkt naar de naam die toentertijd betekenis had voor het volk.

Vergelijk het met de Nederlandse VOC-handelaren die New York hebben gesticht. De waarheid is dat ze nooit voet aan wal hebben gezet in New York.

New York is de huidige naam, maar de Nederlanders die daar voor het eerst een kolonie begonnen, noemden deze plek ‘Nieuw-Amsterdam’. Het werd pas New York nadat de Engelsen de stad overnamen.

Toch zouden we nu kunnen zeggen dat de Nederlanders New York hebben gesticht, omdat de naam ‘Nieuw-Amsterdam’ ons niets zou zeggen.

Dit is waarom de Bijbel deze plaatsen al noemt vóórdat ze bestonden.

In de stad Pi-Rameses is bovendien geen bewijs gevonden voor het verblijf van een Semitisch volk (de Joden).

Maar wat blijkt? Onder Pi-Rameses ligt een andere stad. Avaris genaamd. En hier vinden we talloze bewijzen voor wat de Bijbel in Genesis en Exodus beschrijft!

Zie het kaartje hieronder voor de locatie en let vooral op nummers 3 (Semitic village – Semitisch dorp) en 4 (Semitic official’s palace – Paleis van Semitische bestuurder).

Avaris is namelijk de plek waar de Israëlieten gingen wonen. Archeologen hebben de graven van mensen bestudeerd en kwamen tot de conclusie dat het hier om een Semitisch / Kanaänitisch volk ging.

In sommige gevallen werden ezels meebegraven met hun voormalige eigenaren (Egyptenaren hadden geen ezels) en schapen geslacht. Deze schapen blijken afkomstig te zijn uit Syrië. Ook de aardenwerken en de dolken die zijn gevonden, verraden dat het hier om mensen ging uit het gebied waar Abraham, zijn zoon Isaäk en zijn kleinzoon Jakob woonden.

Het paleis van de vizier

Nog interessanter wordt het als het paleis wordt bekeken. Vandaag de dag kan dit niet. Het ligt namelijk onder een stuk landbouwgrond. Maar archeologen hebben de grond één seizoen gehuurd van de eigenaar en ze legden de funderingen bloot van een paleis.

Hier een schematische tekening:

Het paleis van de vizier

Het paleis is geleidelijk uitgebreid. Het begon met alleen het oranje gedeelte, dat liep door de zuilen voor het paleis. Tel de zuilen maar eens. Het zijn er precies twaalf, het aantal zonen van Jakob. Later zijn er twee identieke slaapkamers bijgebouwd. Jozef had twee zonen, Efraïm en Manasse. De stijl van het huis is bovendien niet Egyptisch, maar meer Kanaänitisch.

Bovendien zijn er twaalf graven gevonden op het terrein, inclusief een graf in de vorm van een piramide.

Dat laatste is uitzonderlijk. Alleen farao’s kregen een piramide in die tijd. Dus hier moet een bijzonder belangrijke en gewaardeerde man hebben gelegen.

Hij ligt er nu niet meer. Waarom niet? Het graf was leeg toen archeologen het opgroeven. Er blijkt een tunnel te zijn gegraven en alles wat in het graf lag – inclusief de botten – is zorgvuldig meegenomen.

Wat zegt de Bijbel?

Mozes had het lichaam van Jozef meegenomen, omdat Jozef de Israëlieten plechtig had laten zweren dat te zullen doen. ‘God zal zich jullie lot aantrekken,’ had hij gezegd, ‘en dan moeten jullie mijn lichaam van hier met je meenemen.’ (Exodus 13:19)

De onderzoekers vonden hier dus geen botten, maar wel de overblijfselen van een standbeeld.

In het blauwe vierkantje zie je het hoofd van het standbeeld. Het is flink kapotgeslagen met een hard voorwerp. Wie het goed bestudeert, ontdekt echter nog wat resten verf.

Het gaat hier om een roodharige man met een felgekleurde mantel. Dat laatste is uniek in Egypte. Egyptenaren droegen gewoonlijk wit. Het zijn juist de Semieten (de Israëlieten) die veelkleurige mantels droegen. Hier een reconstructie van hoe het standbeeld eruit moet hebben gezien:

Waarom is het beeld zo toegetakeld? Volgens Rohl omdat de Egyptenaren hun woede botvierden op het kunstwerk nadat de Israëlieten vertrokken waren.

Dat ze snel zijn vertrokken, blijkt namelijk ook uit de overblijfselen. ‘De hele Semitische wijk is in een mum van tijd ontruimd’, zegt Rohl. Ook dat is in overeenstemming met het verhaal van de uittocht zoals beschreven in het Bijbelboek Exodus.

De koeien uit de Nijl

Voor we kijken naar de andere stadia wil ik nog een interessant detail belichten uit het verhaal van Jozef. Wie zijn verhaal kent, weet dat hij vizier van Egypte (zeg maar: onderkoning) werd, omdat hij de droom van de farao uitlegde en vervolgens een plan maakte om iets aan de aanstaande hongersnood te doen.

In farao’s droom komen er eerst zeven vette koeien en vervolgens zeven magere koeien uit de Nijl. De magere koeien eten hun vette soortgenoten op. Jozef, geïnspireerd door God, verklaart dat er zeven jaren van overvloed zullen komen en vervolgens zeven jaren van hongersnood.

Maar waarom komen de koeien uit de Nijl? David Rohl geeft het antwoord. Op verschillende rotsformaties aan de oever van de Nijl zijn de Egyptenaren de hoogtestanden gaan bijhouden.

Dit is belangrijke informatie, want ieder jaar overstroomde de Nijl en irrigeerde zo het land. Als het water zich terugtrok, konden de Egyptenaren zaaien en een paar maanden later oogsten.

Opvallend is dat er zeven jaren zijn waarin de Nijl meer overstroomde dan elders. Daardoor werd meer land bewaterd, kon er meer worden gezaaid en geoogst. Dit zijn de zeven jaren van overvloed geweest.

En wat geven de volgende metingen aan? Het waterpeil van de Nijl was nog hoger. Dat betekent dat het land nog meer overstroomde, maar eigenlijk teveel. Het duurt namelijk langer om te zakken. Het land bleef dus te lang onder water staan, waardoor er niet kon worden gezaaid. Het resultaat? Zeven jaren hongersnood!

En wat gebeurt er juist in deze periode? De Egyptenaren graven een kanaal tussen een meer en de Nijl. Daarmee tappen ze 50% van het overtollige water af. En hoe heet het kanaal? Bar Yusif, ofwel: ‘De (water)weg van Jozef’.

In het midden is het kanaal te zien dat Jozef liet graven.

 

We hebben uitgebreid gekeken naar de aankomstfase van de Israëlieten. Als ze er niet zijn geweest, kan de Exodus immers niet hebben plaatsgevonden.

Hoe zit het met de andere stadia? Laten we hier iets sneller doorheen gaan.

Vermenigvuldiging en slavernij

Avaris, de stad waar Jozef en zijn familie gingen wonen, is grotendeels blootgelegd, maar er zijn ook andere plaatsen gevonden die duiden op Semitische steden en dorpen. Deze zijn echter nog niet uitgegraven. Het lijkt er dus op dat de Semitische bevolking inderdaad rap in aantal toenamen.

Bovendien zijn er in een tombe van een Egyptische gouverneur afbeeldingen gevonden van slaven die voor de Egyptenaren werkten. Onder hen zijn mensen uit Nuba (Soedan), maar ook weer Semitische mensen.

Ze werkten op bouwplaatsen en in de landbouw, precies wat de Bijbel ook zegt over de werkzaamheden van de Israëlieten.

David Rohl wijst er bovendien op dat de skeletten die zijn gevonden in Avaris duiden op ‘een periode van welvaart, gevolgd door een periode van armoede’. De botten laten namelijk lijnen zijn die wijzen op ondervoeding. De meeste mensen werden bovendien niet ouder dan tussen de 32 en 34 jaar. ‘Slavernij is de meest logische verklaring voor deze abrupte overgang van welvaart naar armoede.’

Eén van de meest schokkende vondsten, is echter dat op een gegeven moment vijftig procent van alle graven die worden gevonden van baby’s zijn. ‘Dit is opvallend’, zegt Rohl. ‘Kenmerkend voor de oude geschiedenis is dat een kwart van alle graven zijn van kinderen onder de twee jaar. Maar hier gaat het opeens om de helft.’

Is dit bewijs voor de moord op de Israëlitische jongetjes? Het lijkt er wel op. ‘Als je vervolgens kijkt naar de graven van de volwassenen, dan vinden we vijf begraven vrouwen voor elke drie begraven mannen’, zegt Rohl.

Hoewel hij niet christelijk is, gelooft hij wel in een historische Mozes, die door zijn moeder aan de rivier de Nijl werd toevertrouwd om zo een zekere dood te ontsnappen.

In Avaris is namelijk ook een zomerpaleis van de farao gevonden. Het is dus waarschijnlijk dat Mozes’ moeder hem in een rieten mand heeft gestopt en hem door de stroming mee liet drijven naar de prinses die op dat moment aan de oever zat.

De plagen

En de plagen dan? De meeste archeologen, die geloven dat de Bijbel de Exodus in de dertiende eeuw voor Christus, in de tijd van farao Ramses II, plaatst, zien hier geen bewijs voor.

Dat klopt. Ten tijde van Ramses was Egypte een machtig volk. En er is geen enkele aanwijzing dat Egypte getroffen werd door rampspoed.

Maar de Exodus vond dan ook zo’n tweehonderd jaar eerder plaats, zegt Rohl, rond het jaar 1450 voor Christus. Mozes werd tachtig jaar daarvoor geboren, in de tijd van farao Sobekhotep IV.

Rond dat jaar 1450 v. Chr. vinden we interessante aanwijzingen. Zo zijn er talloze graven gevonden van haastig begraven mensen. Alsof ze gewoon in een massagraf werden gegooid. Dit wijst op een plaag van een enorme omvang. Een beetje zoals mensen in de Middeleeuwen slachtoffers van de pest begroeven.

Er is ook een interessant document uit die tijd niet zo lang na Sobektothep IV van een Egyptische priester, Manetho genaamd. Hij schrijft,

‘Tutimaeus. Tijdens zijn heerschappij, ik weet niet om wat voor reden, een klap van God trof ons.
En onverwachts kwam uit het oosten, een invasie van een obscuur ras, die ons land met vertrouwen overnam. Met hun hoofdmacht namen ze het land eenvoudig over, zonder ook maar een klap uit te delen.
Nadat ze de heersers hadden overweldigd, verbrandden ze onze steden en verwoesten de tempels van onze goden, en behandelden alle inheemse mensen met wrede vijandigheid.
Sommigen werden om het leven gebracht, en vrouwen en kinderen van anderen werden in slavernij weggevoerd.’

Dit is wat er met Egypte gebeurde ná de tien plagen, ná het vertrek van Mozes en de Israëlieten. Egypte was verwoest. Het leger omgekomen bij de Rietzee. Dit gebeurde tijdens het bewind van de Egyptische farao Dudimose (in het Grieks is dat Tutimataeus). Volgens Rohl is hij de farao van de Exodus.

Ze waren hulpeloos tegen het Hyksos-volk, dat ruim tweehonderd jaar aan de macht was. Ze hadden het hulpeloze Egypte zomaar kunnen innemen, want er was niemand om het te verdedigen. Het was immers door de ene na de andere ramp getroffen en het leger was verdronken in de Rietzee.

De verovering van Kanaän

Als dit verhaal klopt, dan moeten we bovendien rond het jaar 1400 voor Christus bewijzen zien voor de verovering van Kanaän, ruwweg het huidige Israël. Te beginnen bij Jericho, de onneembare vesting met dikke, hoge muren.

Het klopt dat deze stad rond die tijd is verwoest, zegt Rohl. De stad was zo gebouwd dat de muren bovenaan een steile helling stonden. Ieder vijandelijk leger moest dus de muur bestormen tegen een helling op, terwijl de vurige pijlen van de soldaten in Jericho op hen neer daalden.

Wie nu naar deze archeologische plek gaat, kan zelf restanten van de helling zien. De zware stenen liggen onderaan de helling. Precies zoals je zou verwachten als je het verhaal in Jozua 6 leest:

Toen de ramshoorns klonken, brak het volk uit in een donderend geschreeuw. De muur stortte in en iedereen klom de stad binnen vanaf de plaats waar hij zich bevond.

Archeologen onder leiding van Kathleen Kenyon hebben al in de jaren vijftig hier grote potten nog altijd gevuld met graan gevonden. Dat is raar, want als deze stad was aangevallen, zou de belegering maanden hebben geduurd en zou al het graan op zijn geweest.

Het team van Kathleen Kenyon vond in de jaren vijftig van de vorige eeuw volle potten met graan in het oude Jericho. Waarom was deze buit niet geplunderd?

Maar als de Bijbel klopt, dan vond de aanval in het voorjaar plaats, dus kort na de oogsttijd, en duurde de belegering slechts een week. De Israëlieten mochten bovendien niets buitmaken. Hadden ze dat wel gedaan, dan hadden ze het graan zeker meegenomen.

Opvallend is ook dat de hele muur is ingestort, op een klein stukje na in een arme wijk van de stad. Ook dat lijkt in overeenstemming met het Bijbelse verhaal.

De hoer Rachab en haar familie woonden namelijk tegen de stadsmuur aan. Zij verstopte de Israëlitische verkenners en liet hen ontsnappen, omdat ze had gehoord van de kracht van God. Daarom spaarde God haar toen de muur viel.

(Uiteindelijk is zij de moeder van Boaz geworden, die met Ruth uit het gelijknamige bijbelverhaal trouwde. Hun achterkleinzoon was koning David, van wie de Here Jezus ook afstamt!)

De Exodus, hoeksteen van ons geloof

David Rohl en gelijkgestemde wetenschappers zien dus wel degelijk bewijzen voor de Exodus, als je maar in de juiste tijdsperiode kijkt. De meeste wetenschappers willen hier helaas niet aan.

Het gaat te ver om die discussie over de Egyptische en Bijbelse chronologie hier samen te vatten. Maar zoals Rohl zelf zegt: ‘Als de Exodus een mythe is, wat is dan de basis van je geloof?’

Opvallende woorden voor iemand die zelf niet in God gelooft.

Ik ben het met hem eens dat de exodus misschien wel de belangrijkste gebeurtenis in het Oude Testament is. Eén die vol verwijzingen zit naar de manier waarop Jezus ons redt van de slavernij van de zonde.

Jezus zelf zag de uittocht uit Egypte als een historische gebeurtenis. Hij zag zichzelf terug in dat verhaal.

Net als Mozes, werd Jezus gered van de moord op pasgeboren jongetjes. Hij was de engel van God die in de brandende struik met Mozes sprak.

Hij was ook het brood uit de hemel en het water uit de rots in de woestijn. Hij is ook de vervulling van de Wet die Mozes in de woestijn van God kreeg en Hij was de engel die met Jozua sprak vlak voor Jericho viel.

Maar het belangrijkste is dat Hij het lam was dat de Israëlieten moesten slachten om te ontkomen aan de tiende plaag, de dood van de eerstgeborenen. Zo betaalde Hij voor hun én onze zonden.

(Geraadpleegde bronnen, o.m. lezingen van David Rohl, film ‘Patterns of Evidence: Exodus’, boek ‘Patterns of Evidence: Exodus – Timothy Mahony’, boek ‘From Eden to Exile’ – David Rohl, bibleodyssey.org, creation.com, biblearcheologyreport.com.)

Deze blogpost is geschreven ten behoeve van mijn cursus ‘De Bijbel in 2 jaar’. Wil je wellicht ook mee op reis door Gods Woord? Klik dan op deze link. Hierin ga ik dieper in op de geestelijke betekenis van de Exodus en Gods reddingsplan voor de wereld.

18 Comments

  1. Nico aan den Toorn schreef:

    Bedankt Jan, een interessant verhaal en zeker behulpzaam om die gebeurtenissen uit de Bijbel beter te begrijpen.

    1. Jan Heijnen schreef:

      Dank je, Nico! Leuk om weer van je te horen.

  2. Gert Mik schreef:

    Goedemiddag Jan,

    Heel interessant stuk en een duidelijke bewijs van de waarheid van Gods Woord.
    Er staat volgens mij 1 foutje in. Het waren de magere koeien die de vette opaten en niet andersom.
    Hartelijke groet en Gos zegen bij het goede werk dat je doet.

    Gert Mik

    1. Jan Heijnen schreef:

      Hallo Gert,

      Dank voor je oplettendheid! Ik heb het aangepast.

  3. Dick M. schreef:

    Waardevolle en boeiende informatie Jan. Heel erg bedankt!

    1. Jan Heijnen schreef:

      Dank je, Dick! Leuk om ook hier van jou te horen 🙂

  4. Maarten schreef:

    Interessante uitleg. Voor mij blijft het belangrijkste bewijs dat de Joden nog steeds Pesach vieren en daarin de uittocht uit Egypte gedenken. Dat feest gaat al ruim 3000 jaar door van generatie op generatie. Dat zegtmij al genoeg. Naast dat het fijn is dat historici en andere wetenschappers ook aanvullende bewijzen leveren.

    1. G.J.J. Lettinck schreef:

      Jezus vierde ook het Pascha. Hij gaf ons de opdracht omdat te blijven vieren in Zijn nagedachtenis. Het feest is dus niet Joods, maar een feest van God. Wil je als christen gehoorzaam zijn aan Jezus en de Vader, dan vier je Pesach en alle andere feesten van God.

      1. Jan Heijnen schreef:

        Ik ben dat niet met je eens. Jezus heeft de Wet vervuld en de meeste wetten en voorschriften zijn nietig verklaard na Zijn dood en opstanding. De feesten wijzen vooruit naar Hem. Wij vieren niet het Pesach ter nagedachtenis maar het Avondmaal.

  5. Anieta van Beugen schreef:

    Hallo Jan,
    Ik heb een eenvoudig geloof, ik hoef niet zo nodig uitleg of het wel of niet gebeurd is. Net zoals jij zei: ik geloof.
    Maar na het lezen van deze blog ben ik toch onder de indruk van de bewijzen die dus alsnog gevonden zijn !
    En wat een mooi foto van de mensen die door de woestijn trekken. Je kunt je zo een voorstelling maken hoe dat er heeft uitgezien.
    Bedankt !

  6. G.J.J. Lettinck schreef:

    Mooi artikel, waarin aan het eind juist wordt gezegd, dat het Jezus was die sprak met Mozes. Jezus toen nog het Woord.
    Wat niet juist is in het artikel is dat Mozes wordt gezien als Joods. In de tijd van Mozes was er nog geen sprake van Joden, omdat het Joodse volk pas is ontstaan tijdens de scheiding van het rijk van Salomo. Het Zuidelijke Koninkrijk werd bevolkt door de stammen Juda en Benjamin en een deel Levieten. Dit volk is bekend geworden als het Joodse volk. De stammen die in het Koninkrijk Israël woonden, werden Israël genoemd. Zij leefden onder leiding van Efraïm en Manasse (samen de stam Jozef).
    De Israëlieten zijn niet de Joden, maar aanvankelijk alle stammen.
    Als de profeten spreken over Israël, dan hebben zij het over het Huis Israël en dat is het Noordelijke Koninkrijk Israël en zeker niet de Joden.
    Dit is essentieel voor een juist begrip van de profetieën.
    De huidige staat Israël is bijbels gezien Juda.
    Het is een groot misverstand om de Joden het uitverkoren volk te noemen. Dat zijn ze bijbels gezien niet. Israël is het uitverkoren volk, dat volgens velen is “verloren”. Dat zijn ze niet, maar dat is weer een ander verhaal.

    1. Jan Heijnen schreef:

      Je hebt gelijk. Slordigheid van mijn kant. Ik pas het aan.

  7. G.J.J. Lettinck schreef:

    Beste Jan, het zal mij nooit gaan om mijn gelijk, maar om het gelijk van de bijbel. Matt.5 : 17 en 18 laten zien dat Gods Wetten en Geboden voor altijd zijn. Wat jij schrijft, lees en hoor ik vaker, maar hoe komt met daaraan? Het is niet wat de bijbel ons leert. Nergens staat dat de wetten, voorschriften en geboden nietig zijn verklaard, nergens. Jezus is de eerste mens geweest die de geboden en wetten heeft vervuld en nu wij nog! Zonder wetten en geboden is er geen zonde. Jezus heeft door Zijn lijden en sterven de wet van de zonde is de dood beëindigd…alleen die wet en dan alleen nog na berouw. Hoe komt het dat mensen er meer van maken dan Jezus Zelf heeft gezegd? Door Jezus’ opstanding heeft God de Vader het mogelijk gemaakt, dat ook wij een opstanding krijgen.

    En zeker vieren echte christenen het Avondmaal, omdat Jezus ons die opdracht gaf. Dan herinneren wij ons aan Zijn lijden en sterven. Dat is het eten van het Pascha Lam. Het Avondmaal was op de 14 Abib en volgens de Joodse kalender begint het Feest der Ongezuurde broden op de 15 Abib. Het Avondmaal is dus het Pascha. Bedenk dat voor God de nieuwe dag begint na zonsondergang. Daarom moest Jezus voor het einde van de middag zijn begraven. Niet omdat, zoals men denkt, de wekelijkse sabbat begon, maar een jaarlijkse sabbat: het Feest der Ongezuurde broden. Deze dag viel toen op wat wij de donderdag noemen. Dit is wat in de bijbel staat en dus niet iets wat ik denk of vind.

    1. Jan Heijnen schreef:

      Ik kan helaas geen uitgebreide, theologische discussies voeren. Wat jij zegt, hoor ik ook vaker, en dan denk ik ook: hoe kom je daarbij?

      In Mat 5 zegt Jezus dat Hij is gekomen om de Wet te vervullen. Daarom stopten de discipelen niet met naar de synagoge gaan, maar wel met het brengen van offers. Dat is niet meer nodig. Wat volgens jou niet Bijbels is, wordt wel onderwezen door Petrus, Paulus en de andere apostelen.

      Als wij ons aan de Wet willen houden, dan moeten we ons aan de HELE Wet houden, inclusief bepalingen als de mannelijke besnijdenis, het verbod op het eten van garnalen en varkens, het uithuwelijken van verkrachte meisjes aan hun verkrachter etc. Bestudeer de brief aan de Galaten maar eens. Paulus is vrij duidelijk dat we ons niet aan de hele Wet moeten houden. Wie zich wil besnijden om zo geaccepteerd te worden door God, heeft geen geloof, terwijl het geloof in Christus ons bevrijdt. En God laat in Handelingen aan Petrus via een visioen weten dat hij zich niet meer aan de voedselwetten hoeft te houden.

      Het leven, sterven en de opstanding van Christus heeft veel veranderd, onder andere hoe God weer benaderbaar is geworden voor de mens. Dat hoefde niet meer via allerlei rituelen, wetten en voorschriften. De ‘Wet’ (een verwijzing naar al die regels, maar ook naar het hele Oude Testament) is inderdaad niet afgeschaft, maar wel vervuld. Daarom hoef je je als christen niet aan alle regels te houden die God had opgelegd aan Israël. Je moet uitkijken dat je niet in de val trapt van het leven verzwaren voor mensen die net tot geloof zijn gekomen.

      Dat is vast niet je intentie.

  8. Rinske Gerkema schreef:

    Wat bijzonder om in dit artikel bewijzen te mogen lezen over de uittocht uit Egypte.
    Ik geloof zeker wat er in de Bijbel staat, maar als er archeologische vondsten zijn dan wordt de Bijbelse geschiedenis bevestigd. Soms hoor ik zeggen dat er in de Bijbel verhalen staan en niet meer dan dat. Maar dit bewijst iets anders. Bedankt voor dit interessante onderzoek.

  9. Marian schreef:

    Wat een mooi stuk. Ook de berichten van de verschillende lezers. Deze berichten, met daarop jou antwoord, weer een goede aanvulling.

  10. Jaap van Leeuwen schreef:

    Mooi stuk Jan. Ik ben benieuwd wat je van het boek Exodus van Marleen Reynders KU Leuven vindt. Volgens haar jarenlange (bronnen) onderzoek is er geen Exodus geweest maar is het verhaal (incl. de keuze van Jahweh voor het volk Israel i.p.v. andersom) na de 2e ballingschap met terugwerkende kracht ”opgesteld” als onderdeel van de identiteitsvorming van het volk Israel.
    Boek: https://www.bol.com/nl/nl/p/exodus/9200000126199097/
    Interview: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/nos-met-het-oog-op-morgen/076af57a-6d3c-4ec8-9bcf-5889b0f94f4d/2022-07-03-heeft-de-bijbelse-exodus-plaatsgevonden
    Interessant genoeg om er een congres aan te wijden.

    1. Jan Heijnen schreef:

      Bedankt voor de leestip! Ik zal er eens naar kijken. Zo te horen, zit zij op het mainstream spoor en houdt ze de ‘oude Egyptische chronologie’ aan, maar het kan nooit kwaad om breed te lezen.

Laat een antwoord achter aan Nico aan den Toorn Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *