Deze gids neemt je mee van Genesis tot Openbaring in minder dan 5 uur
Geen spam! Als je dit boek downloadt, krijg je af en toe een email met speciaal voor jou geselecteerde content uit of over mijn boeken.
Toen Jezus van daar verderging, zag Hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en Hij zei tegen hem: ‘Volg Mij.’ Hij stond op en volgde Hem.
Heb je je wel eens afgevraagd waarom de apostel Matteüs (die één van de vier evangelieën schreef) eigenlijk opstond toen Jezus twee woorden tegen hem sprak?
Dit zijn van die kleine mysteries in de Bijbel. Veel mensen in onze tijd kunnen hier niet mee omgaan. Het lijkt alsof de Bijbel altijd maar een half verhaal vertelt. Alsof een stuk ontbreekt dat eigenlijk cruciaal is om de boodschap te begrijpen.
Toch is dat niet zo. De Bijbel is summier met details om ons zo aan het werk te zetten. Laten we ons even verplaatsen in deze Matteüs.
Matteüs was een tollenaar. Je kunt ook zeggen een belastingambtenaar. Nu waren er in de tijd van Jezus verschillende soorten belastingambtenaren: de ‘gabbai’ en de ‘mokhes’.
De gabbai waren mensen die de algemene belastingen ophaalden, zoals inkomstenbelasting en grondbelasting. Deze belastingen lagen vast en waren onveranderlijk. Er was dus relatief weinig corruptie.
De Mokhes daarentegen waren tollenaars, die indirecte belastingen en douanerechten verzamelden. Deze belastingen werden geheven op goederen die werden geïmporteerd en geëxporteerd, evenals op goederen die binnen de provincies werden vervoerd.
Mokhes waren vaak meer gehaat dan Gabbai, omdat de bedragen die ze in rekening brachten konden variëren en vaak willekeurig waren, wat ruimte liet voor misbruik en corruptie.
Mokhes konden verder worden onderverdeeld in “grote” Mokhes, die belastingkantoren beheerden, en “kleine” Mokhes, die daadwerkelijk tol inde van individuen.
Zacheüs was waarschijnlijk een grote ‘Mokhes’, Matteüs een kleine. Matteüs werd waarschijnlijk meer gehaat dan Zacheüs omdat hij direct contact had met de mensen. Hij was een landverrader die zijn volk onderdrukte. In de Tweede Wereldoorlog zouden we hem een NSB’er hebben genoemd.
‘Volg Mij’, zegt Jezus.
Matteüs staat op. Deze actie leidt direct tot zijn ontslag. Er zijn genoeg mensen die zijn tollenaarskantoor willen overnemen. Eenmaal opgestaan, is plaatsje vergaan voor Matteüs.
Er is geen weg terug.
Waarom deed Matteüs iets wat zo radicaal was? En van alle tollenaars die Jezus had kunnen aanspreken, sprak hij juist deze Joodse man aan. Waarom?
Matteüs vertelt geen details over zijn eigen bekering. Is hij zo bescheiden? Ja, waarschijnlijk ook. Maar dat is niet de hoofdreden. Hij wil ons laten nadenken. Hij wil dat we ons verplaatsen in dat huisje of die tent waar hij dagelijks zat in dat hete land.
Hij moet materialistisch geweest zijn. Anders zou hij bij wijze van spreken zijn ziel niet hebben verkocht om een Romeinse handlanger te worden.
En hij moet diep van binnen een enorm zondebesef hebben gehad. Het is fout wat ik doe. Ik bedrieg mijn eigen volk. Ik hoor er niet langer bij. In de synagoge ben ik niet meer welkom. Iedereen kijkt op mij neer.
En dan komt die Man langs over wie hij ongetwijfeld zoveel heeft gehoord. Jezus uit Nazaret. Eén blik is genoeg. Twee woorden overtuigen hem om al zijn schepen achter zich te verbranden. Matteüs staat op. Hij volgt Jezus.
Matteüs beschrijft dit niet in zijn eigen Bijbelboek, maar Lucas wijdt hier nog wel de nodige woorden aan. Hij noemt Matteüs bij zijn Joodse naam, Levi. Levi laat een grote feestmaaltijd aanrukken voor de Here Jezus en Zijn gevolg.
Wie nodigt de kersverse volgeling van Jezus uit? Niet de notabele mensen van zijn stad of dorp. Hij nodigt zijn eigen vrienden uit. Andere tollenaars en zondige mensen. Dit zijn de enige mensen die zijn uitnodiging accepteren. Dit zijn de enige mensen die hij kent. Ze krijgen allemaal het voorrecht de Zoon van God te ontmoeten. Dankzij de bekering van Matteüs.
Behalve deze twee korte verhalen wordt Matteüs nauwelijks genoemd in de Bijbel. Volgens de oude kerkvaders zou hij voornamelijk het evangelie hebben verteld aan de Joden. Dat was moeilijk vruchtbare grond en hij zal veel tegenstand hebben meegemaakt.
We weten niet precies hoe en waar hij is overleden. Volgens sommigen zou hij zijn vermoord in Ethiopië.
Dit alles was het gevolg van die ene keuze.
Toen Jezus in zijn ogen keek en twee simpele woorden sprak, ‘Volg Mij’, stond Matteüs op. Hij was bereid alles voor Jezus op te geven. Hij deed het niet voor de eer. Zelfs in zijn eigen Bijbelboek schreef hij nauwelijks over zichzelf. Maar God weet hoe trouw hij was.
De Bijbel is geschreven in een tijd lang geleden, in talen die wij niet kennen, in culturen die verloren zijn gegaan. Hoe lees je Gods Woord in onze tijd, onze taal en onze cultuur?
Dat is de centrale vraag tijdens het Bijbel in 1 Dag-seminar op 16 september in Harderwijk. Het thema is ‘Ontdek de verloren wereld van het Nieuwe Testament’.
Op deze dag nemen we een diepe duik in de evangeliën (vooral dat van Matteüs), doen we een workshop ‘Bijbelse brieven schrijven’ en neemt gastspreker Bart van Nes ons mee naar de wereld van Jezus’ gelijkenissen en Openbaring.